Marjolein en Miles Davis

 

 

Kijk, het is natuurlijk altijd fijn om een portretopdracht te krijgen. Het is mooi werk en ik doe het graag. En hoe het contact met de klant verloopt en hoe de tekening wordt is altijd weer nieuw. Daar zijn geen wetten of sjablonen voor. Je zou wel kunnen zeggen dat als het eerste contact goed is, dit meestal een goed voorteken voor het vervolg is. Bij de opdracht waar ik je nu over wil vertellen, gebeurde er iets waardoor je een indruk kan krijgen hoe fijn dat kan worden.
Een paar maanden geleden kreeg ik de vraag van een man die zich voorstelde als Jochem, of ik zijn moeder wilde tekenen. Vanzelfsprekend. We maakten een afspraak en op een ochtend liep hij met zijn moeder mijn atelier binnen. Twee vrolijke, aandachtige mensen. Ik had op intuïtie jazzmuziek opgezet, en de gebruikelijke koffie met gebak van Bond & Smolders klaarstaan.
Bij zo’n kennismaking is het voor mij zaak om zoveel mogelijk beeld te krijgen van de te portretteren persoon. Zij nam gelukkig vanaf het begin een houding van vertrouwen en openheid aan. Dat was heel fijn. En hoewel al op leeftijd, bleek ze een enorm energieke en expressieve persoonlijkheid.
Naar aanleiding van de muziek op de radio kwam het gesprek op jazzmuziek. Specifieker: op Miles Davis. Ze vertelde dat er een voor haar een zeer bijzondere herinnering aan hem was gekoppeld. Op haar achttiende was ze naar een nachtconcert van hem in het concertgebouw in Amsterdam geweest. Het was ongeveer april, 1960. Een enorme happening: Miles Davis was naast übercool, èn Amerikaan, natuurlijk ook überhip en happening. De tournee heette So What, en die avond speelde hij met zijn quartet vrijwel alle stukken van de elpee, de sterren van het firmament en het publiek uit de stoelen.
Toen het concert afgelopen was, de deuren weer opengingen, stroomde het publiek uitgelaten het nachtelijke Amsterdam in. Ze vertelde: 'En Amsterdam was niet zoals het nu is, zo druk de hele nacht door, integendeel, van alle mensen die toen midden in de nacht door de straten en over de pleinen liepen kon je bijna met zekerheid zeggen dat ze hetzelfde hadden meegemaakt: Miles Davis en zijn groep in het concertgebouw, die in topconditie een geweldige indruk hadden achtergelaten: dus iedereen vrolijk, vol van de coole jazz en het hele gevoel van de avond.'
En terwijl zij dit zo vertelde, zag haar ineens lopen, als 18-jarig meisje, midden in de nacht, vol van trompet, drums, saxofoon en bas. Met die ogen, met die tred.
Toen ik later, naar aanleiding van de kennismaking en de hierbij door mijn gemaakte foto’s aan het tekenen was geslagen, kon ik dat beeld steeds voor ogen houden: al tekende ik een vrouw die al wat op leeftijd was: daarin, of daarachter, kon ik proberen iets van de vitaliteit, jazz en soul van de 18-jarige te leggen.
En terwijl ik dat zat te doen, dacht ik ineens: zou het eigenlijk niet aardig zijn te kijken of er misschien een opname is gemaakt toen in het concertgebouw? Er hangen daar tenslotte altijd een of twee microfoons uit het plafond. Ik ging het onderzoeken. Het internet bood geen soelaas. Toen schoot mij te binnen dat de mij bekende voormalige uitbater van het legendarische jazzcafé Persepolis en jazzorganisator Jaap van de Klomp wel eens meer zou kunnen weten. En was hij het niet die een paar weken geleden op de concertzender een special rond Davis gemaakt? Nou dan!
Ik legde het hem voor. Hij keek eens over de Oudegracht en zei: 'Nou Kees, daar vraag je me wat... maar, volgens mij heb ik daar wel een cd’tje van.' Wat bleek: het Nederlands Jazz Archief gaf juist dit soort opnames uit, en had recent twee concerten van Davis digitaal opgepoetst en uitgebracht: die van april en van een reprise in augustus, beide1960. Mijn hart sprong over. Ik dankte Jaap en bestelde direct de cd.



Dus na de presentatie, waarbij Jochem en zijn moeder zich tot mijn blijdschap nogal gelukkig toonden met het portret, kon ik haar vragen of ze ooit de muziek van die avond terug had gehoord. Ze zei lachend: 'Nou, naar aanleiding van ons gesprek ben ik wel op het internet gaan zoeken, maar helaas: ik kon het niet vinden.'

En zo kwam het dat, terwijl zij mij via haar verhaal het beeld had geschonken van haar achttienjarige ik, ‘s nachts dwalend door de straten en over de pleinen van Amsterdam, ik haar daar aan tafel precies dàt terug kon geven wat ze eenenzestig jaar geleden, als diezelfde achttienjarige, voor het laatst had gehoord.

Juli 2021

 

***

 

Liv


In december tekende ik deze achtjarige Liv. Met plezier, zoals je begrijpt.
Origineel potlood op papier 50 x 50 cm,
ook voor opdrachtgever op canvas uitvergroot tot 100 x 100cm.

Zie prijzen voor tekeningen

Werkwijze
 

Portretten worden gemaakt op basis van een ontmoeting in de 14e eeuwse werfkelder en atelier 'In de Vijgeton' aan de Oudegracht in Utrecht. Tenzij er redenen zijn dit ergens anders te doen, bijvoorbeeld immobiliteit. 
Er vindt een ongedwongen en ontspannen kennismakingsgesprek plaats. Hierin kan ik een goed beeld van de te portretteren persoon vormen. U hoeft niet live te poseren voor het tekenwerk. Na afloop van dit gesprek, dat meestal tussen de een of twee uur duurt, inclusief koffie en gebak, neem ik een aantal foto's waaruit ik later een keuze kan maken op basis van het bij het kennismakingsgesprek ontstane beeld.


Voor uw opdracht of meer informatie:

 


'Pommeau de Jean'.

Pommeau de Jean, potlood op papier, 2021.
40 x 50cm.
Voor meer over deze recent gepresenteerde tekening met kwee-appelboom en Jan van Zanen achter de heg van de prachtige tuinen van Grand Hotel Karel V : zie >landschappen< !

Marjolein en Miles Davis.

 

Communicatiestrateeg Terlingen over zijn portretten

Stijn Terlingen bestelt bij ieder van zijn zes kinderen voor hun 18e verjaardag een portret. In het filmpje vertelt Stijn hoe hij bij dit idee kwam en hoe hij de eerste drie beleeft.

 

Tekenles

 

Heeft u behoefte aan feedback op uw eigen werk? Er is een tekenles mogelijk waarin u veel informatie krijgt waar u tijden mee vooruit kunt.
Er wordt uitgegaan van uw eigen werk. Portretten, landschappen, figuurstudies, dieren.
Naar aanleiding daarvan wordt een gedoseerde hoeveelheid professionele tips, tricks, aanwijzingen, aanvullingen en oefeningen gegeven. Vervolglessen mogelijk. Lees hier verder...

(Ook als cadeautje natuurlijk. Dan maak ik er een mooi handgeschreven kaartje voor)


Expostitie 2019-2020 Centraal Museum

In opdracht van directeur Bart Rutten en conservator Marja Bosman portretteerde ik vijf grote kunstenaars uit de vorige eeuw. Ze werden van oktober 2019 tot augustus 2020 tentoongesteld in het museum.
(foto: Michiel Groenland)


Pyke Koch, geportretteerd in opdracht van het Centraal Museum Utrecht.
Potlood, 2019.
Ge-exposeerd in Centraal Museum Utrecht:
'De Grote Vijf': 14 oktober 2019 - 12 juli 2020

> De Grote Vijf

 

Blogs 'De Grote Vijf'

 

Een foto van je ziel

Dichter / schrijver Ingmar Heytze schreef iets heel moois over mijn portretten.

Ingmar heytze portret Kees Wennekendonk

De schrijver in 2006

"Het conserveren van dingen is een hachelijke zaak. Ik herinner me een rondleiding door een voormalig directeur van het Utrechts Universiteitsmuseum, zo’n twaalf jaar terug. Het museum bleek op drie, vier plekken in de binnenstad nog ergens een depot te hebben. Met depot bedoel ik: een soort loods, een aantal kelders onder een collegezaal en een grachtenpand dat een beetje makelaar onmiddellijk had laten ontruimen door het grofvuil, waarna het kon worden omgebouwd tot vier loftwoningen.

In de loods bevonden zich een paar honderd reptielen, amfibieën, monsterlijk vergroeide menselijke foetussen en andere anomaliën op sterk water. De collectie van het grachtenpand bestond voor een behoorlijk deel uit een volledige olifant die in diverse delen door het pand was verspreid. In de kelders bevonden zich enkele tientallen tandartsstoelen en een ontzagwekkende gietijzeren installatie voor röntgenfoto’s, waarvan een grote dreiging uitging. ‘Waarom hebben jullie dit allemaal in de kelder staan?’ vroeg ik De directeur keek me somber aan en zei: ‘Omdat de een of andere hoogleraar daar een tijdje hobby aan heeft gehad.’

Dat is het probleem met het institutioneel verzamelen van dingen. Waar een verzameling van een particulier vanzelf weer uit elkaar valt in andere verzamelingen in een soort doorlopende osmose – een proces met geheel eigen wetmatigheden dat op zichzelf aanleiding zou kunnen zijn voor allerlei overpeinzingen – komt een voorwerp in het depot van een archief of museum op onnatuurlijke wijze tot stilstand in de tijd. Het toevoegen van een object aan een collectie als het Utrechts Archief is de territoriale daad van een sterveling. Je opvolger blijft met de zooi zitten. Het is bovendien een uitspraak over de toekomst. Eveneens een hachelijke zaak. Geen mens kan over zijn graf heenkijken. Mijn ouders, die zelf inmiddels tot de vaste collectie van de stad behoren, hebben prachtig Jugendstilmeubilair aan de straat zien staan. Recenter waren er tijden dat je oorspronkelijk Gispen gratis af mocht komen halen.

Van de portretten van Kees Wennekendonk kan zonder veel moeite worden vastgesteld dat ze hier uitstekend thuishoren. Dat komt zowel door kwaliteit van elk werk afzonderlijk als door de waarde van de collectie als geheel. Het vakmanschap waarmee elk van de portretten werd getekend, is zelfs voor de volslagen leek van een tamelijk eeuwige klasse. Daar komt bij dat de personen die erop staan een mooie dwarsdoorsnede vormen van wie de afgelopen jaren, al dan niet terecht, voor Bekende of Belangrijke Utrechter doorging; je kunt van veel van die mensen verwachten dat hun leven en werk ook op andere manieren is gedocumenteerd. Daarom is de verzameling tekeningen als geheel nu al interessant, en zal zij steeds curieuzer worden naarmate de tijd voortschrijdt. Het is een portret van Utrecht als geheel; dat grote, vreemde wezen dat we met zijn allen vormen, getekend door één enkele hand in een Middeleeuwse werfkelder aan de Oudegracht. Bekijk deze portretten en u staat, elke keer opnieuw, oog in oog met een van de vele kleine wonderen van Utrecht.

Misschien nog belangrijker dan dat is een factor die je moeilijk kunt benoemen. Hoe de tekenaar het doet weet ik niet, maar in al deze portretten zit iets opgeslagen van de mensen die model stonden, iets dat blijft, iets dat er zelfs nog zal zijn als niemand weet wie ze waren.

Wie over een paar eeuwen naar deze portretten kijkt, zal ontdekken dat er nog steeds een levend mens in zit dat terugkijkt – zoals je in de schilderijen van Jan van Scorel moeiteloos de Utrechtse koppen van nu kunt terugzien. Het zou me niet verbazen als de portretten van Wennekendonk tot in de eeuwigheid met elkaar blijven praten tijdens de lange, geklimatiseerde nachten tussen zuurvrij papier, als de laatste archiefmedewerker het licht heeft uitgedaan. Stel je de gesprekken voor en je hebt een boek dat zichzelf schrijft.

Een citaat uit de Wikipedia, over Wilhelm Conrad Röntgen, en dus ook een beetje over dat gekke depot vol obsolete tandheelkundige apparatuur uit de dromen van een hoogleraar met emeritaat: ‘Nadat hij voor het eerst zijn eigen skelet zag, zette hij zijn proeven in het geheim voort om te voorkomen dat hij zijn reputatie zou verliezen indien zou blijken dat hij zich vergist had. Twee weken na de ontdekking nam hij de eerste foto van de hand van zijn vrouw. Toen zij haar handbotjes zag, riep zij: “Ik heb mijn overlijden gezien!”’

Iedereen die door Kees Wennekendonk is getekend, kan op zijn beurt zeggen: ‘Hij heeft een foto van mijn ziel gemaakt.’

13/05/2012 | Ingmar Heyte


 

 


Klanten: